CENTRAAL ARCHIEF BIJZONDERE RECHTSPLEGING
Het meest geraadpleegde en het grootste archief over de Tweede Wereldoorlog in Nederland is het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). In dit archief bevinden zich dossiers van personen die verdacht werden van collaboratie met de Duitsers. Het archief is eigenlijk opgebouwd uit een heleboel kleine archieven van instellingen verbonden aan de bijzondere rechtspleging.
Inrichting bijzondere rechtspleging
Kort na de inval van de Duitsers in mei 1940 vluchtte de Nederlandse regering naar Engeland. In Londen ontvingen zij informatie over de situatie in Nederland. Als snel werd duidelijk dat duizenden Nederlanders verdacht werden van collaboratie met de Duitsers. De regering wilde voorkomen dat mensen na de oorlog zelf voor rechter zouden gaan spelen, maar het wetboek van strafrecht bood onvoldoende mogelijkheden om mensen na de oorlog te berechten. Daarnaast was het strafrechtsysteem niet ingericht op enorme aantallen verdachten.
Gedurende 1943 en 1944 werden daarom verschillende besluiten genomen die de basis vormen voor de bijzondere rechtspleging. Er werd in geformuleerd hoe de bijzondere rechtspleging vorm zou krijgen, welke instelling verantwoordelijk werd voor wat en waar mensen veroordeeld voor konden worden buiten het gewone strafrecht.
Een gevolg van de besluiten was de oprichting van een enorm scala aan nieuwe instellingen. Om te beginnen werden er speciale opsporingsdiensten opgericht zoals de Politieke Opsporingsdiensten (POD), die later Politieke Rechercheafdelingen (PRA) zouden gaan heten. Voor de vervolging van verdachten werden speciale officieren van justitie benoemd: de Procureur-Fiscaal (PF). Er werden ook tribunalen in het leven geroepen voor de berechting van onvaderlandslievend gedrag en vijf bijzondere gerechtshoven voor de berechting van misdrijven zoals verraad.


Dossiers centraal opgeslagen
Al deze instellingen vormden dossiers. Uiteindelijk was het idee dat er één dossier per persoon over zou blijven. Niets blijkt echter minder waar. Het is mogelijk dat er wel tien dossiers over één persoon te vinden zijn. Eén persoon kon namelijk door meerdere PRA’s onderzocht zijn en ook nog eens voor meerdere misdrijven vervolgd worden.
De term ‘dossier’ kan daarnaast de verwachting scheppen een overvloed aan informatie te bevatten. Maar dat hoeft niet. Het kán gaan om een dik pak documenten, maar ook om slechts enkele blaadjes. Aan het eind van de jaren veertig lagen er honderdduizenden dossiers door Nederland verspreid bij verschillende instellingen. De regering wilde voorkomen dat er misbruik van de dossiers gemaakt zou worden. Er werd daarom besloten de dossiers te centraliseren in Den Haag.
Kilometers aan dossiers, registers, lijsten, rapporten en kaartsystemen werden in één gebouw geplaatst. Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) was geboren. Kaartsystemen gaven toegang tot de persoonsdossiers. Het probleem was echter dat elke instelling zijn eigen kaartsysteem had gemaakt. Dit betekende dat voor de volledigheid minstens 150 kaartsystemen doorgespit moesten worden wanneer een specifiek persoon opgezocht werd. Er werd daarom al snel besloten de kaartsystemen samen te voegen tot één centraal kaartsysteem.
> Carrousel onder: Voorbeelden van documenten uit het CABR.
Het meest geraadpleegde WO2-archief
In 2000 werd het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging overgedragen aan het Nationaal Archief. Dit maakte het CABR bekend bij een breder publiek, met als resultaat een enorme stijging van het aantal aanvragen tot inzage.
Dankzij onderzoek weten we vandaag de dag dat het archief vier kilometer aan papier beslaat over zo’n 300.000 mensen die verdacht werden van collaboratie. Over een groot deel van hen bleek de verdenking ongegrond. Twintig procent is uiteindelijk veroordeeld door een bijzonder gerechtshof of tribunaal en 0,6% van hen kreeg daarbij een gevangenisstraf van tien jaar of meer opgelegd. Over 0,05% van de verdachten is een doodstraf uitgesproken. Uiteindelijk is bij 0,01% van de ongeveer 300.000 voorkomende verdachten in het CABR de doodstraf uitgevoerd.
Met een digitaal doorzoekbaar CABR zullen in de toekomst vele lagen van diepgang kunnen worden toegevoegd aan deze cijfers.
> Infographic rechts: Sander Schinkel van Historgraphic.com. Klik aan voor meer details.